We maken geen plannen voor, maar met mensen!
Baudy en ik kennen elkaar sinds een aantal jaar. We spreken elkaar niet zo heel vaak, maar als we elkaar spreken, dan voelt het meteen vertrouwd en is er altijd veel herkenning in onze verhalen. Dat komt omdat we werken en leven vanuit eenzelfde visie: we gaan uit van vertrouwen en gelijkwaardigheid. Wat betekent dat en hoe werkt dat in de praktijk? De kern van het werk van stichting Eigen Kracht Centrale (www.eigen-kracht.nl) is: maak de kring groter, laat regie bij mensen zelf en stel de kring in staat om met elkaar een plan te maken als dat nodig is.
In de praktijk betekent dit dat we worden ingeschakeld in situaties waar het niet goed gaat en waar het niet vanzelfsprekend is dat het informele netwerk meedenkt, maar dit wel wenselijk is. Daarnaast ondersteunen we professionals om in hun werk meer door te vragen op het informele netwerk, ook in situaties waar mensen zeggen dat ze niemand hebben, dat ze hun netwerk niet willen belasten of dat ze hun vuile was niet willen buitenhangen.
Kortom: we proberen het normaal te maken dat we ook in complexe situaties denken aan familie, vrienden en buren en dat we nooit plannen maken voor mensen, maar mensen in staat stellen om zelf plannen te maken. Dit vraagt vertrouwen in informele netwerken en gelijkwaardigheid binnen de informele kring en tussen de informele en de formele kring.
Wat heb ik nodig om vertrouwen te geven?
Zo kregen we een vraag van een jeugdbeschermer: ‘Ik heb zorgen over een alleenstaande moeder die last heeft van een ernstige depressie. Ze heeft twee kleine kinderen, waarvan er één een verstandelijke beperking heeft. Ze krijgt veel hulp, maar zet haar kinderen altijd op de eerste plaats en komt niet toe aan haar eigen herstel en het geheel is heel kwetsbaar. Ze vindt het heel moeilijk om haar familie toe te laten, ze vindt dat ze het zelf moet redden. Ik wil me focussen op de zorg voor haar en zou een Eigen Kracht-coördinator willen vragen om te proberen weer verbinding te leggen met haar netwerk.’ Dat hebben we gedaan. Een coördinator ging naar moeder en vroeg wie belangrijk voor haar waren. Ze noemde een zus en een vriendin. Die waren blij dat ze gevraagd werden, ze hadden ook zorgen maar wisten niet goed wat ze konden doen. En zij noemden nog andere mensen die zeker ook wilden meedenken en meedoen. Dat bespraken ze met moeder en zo werd de kring groter. Dit was af en toe wel complex, het waren veel mensen met verdriet. Maar ze wilden wel meedenken. De vraag voor moeder werd hoe ze hulp kon accepteren van anderen. Zij zou in een intensieve behandeling gaan, maar kon daardoor absoluut niet zelf voor haar kinderen zorgen. Iedereen wilde een uithuisplaatsing voorkomen. De jeugdbeschermer vond het belangrijk dat het een gelijkwaardig gesprek werd. De coördinator heeft veel aandacht besteed om te zorgen dat iedereen zich tijdens de bijeenkomst in de kring veilig voelde en kon zeggen wat voor hem of haar belangrijk was. Dat gold ook voor de jeugdbeschermer. Zij vertelt: ‘Ik heb dikwijls veel zorgen geconstateerd en vroeg mij af: wat heb ik nodig om vertrouwen te geven zodat het hun plan blijft. Ik besefte dat ook ík mijn kring moest vergroten. Ik heb mijn team nodig, we doen dit samen, dat is onze visie. En daardoor kon ik het proces vertrouwen in plaats van alles dichttimmeren en uitgaan van controle en beheersing. Zo wil ik werken!’
Gelijkwaardig maar ieder met een eigen rol
Toen we de familie en vrienden vroegen wat maakte dat ze op een gelijkwaardige manier met elkaar konden spreken, zeiden ze: ‘Dat er in de voorbereiding aandacht was besteed aan een gevoel van veiligheid, dat we zelf mochten bepalen wie er in de kring kwamen, dat het op onze manier ging en dat we vertrouwen voelden dat wij een goed plan konden maken. We kregen informatie van de professional, dat hadden we nodig om daarna zelf besluiten te nemen. En omdat we letterlijk in een kring zaten, voelden we dat ieders stem telde en dat we het samen konden doen.’ En dat is gelukt: ze hebben een plan gemaakt voor moeder én de kinderen, waardoor ze thuis kunnen blijven wonen, ook als moeder behandeld wordt. Een zus komt in huis bij moeder wonen, zodat de kinderen op hun school kunnen blijven en in het weekend kunnen de kinderen naar opa en oma. Een broer van moeder zorgt dat de kinderen bij moeder op bezoek kunnen en een vriendin zorgt dat ze bij de vrije tijdsbesteding komen. Er is ook aandacht voor de moeder, zodat zij goed kan herstellen.
Dit is een voorbeeld waarin duidelijk werd dat het maken van een goed plan alleen kon als er werd uitgegaan van vertrouwen en gelijkwaardigheid. De professional gaf de kring het vertrouwen dat zij een plan konden maken en leverde de randvoorwaarden. Ook ging ze uit van gelijkwaardigheid, waarbij ieder een eigen rol had. De Eigen Kracht-coördinator had veel aandacht voor veiligheid en maakte het daardoor mogelijk dat iedereen een stem had en dat die stemmen gehoord werden. Dat maakte dat de kring voelde dat ze zeggenschap hadden en zelf besluiten mochten nemen. En dat deden ze!